park-and-ride
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: park-and-ride (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑrkɛntˌrɑjt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- park-and-ride
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels park and ride zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | park-and-ride | park-and-rides |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de park-and-ride m
- (verkeer) parkeerplaats dicht bij een station, bestemd voor treinreizigers die met de auto naar het station komen, daar parkeren ("park") en hun reis met het openbaar vervoer voortzetten ("ride"), of een vergelijkbare parkeerplaats bij een knooppunt voor andere vormen van openbaar vervoer
- ▸ Vanwege de coronacrisis wilde de gemeente geen extra bezoekers naar Eindhoven trekken en werd besloten de park-and-ride in de Genneper Parken daarom dicht te houden.[1]
-
1. Een verkeersbord dat een park-and-ride aanduidt.
-
1. Een park-and-ride bij de sneltramhalte Westraven in Utrecht.
Synoniemen
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord park-and-ride staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Parkeergarage bij Eindhovense Genneper Parken dinsdag open voor iedereen” (31 mei 2021) op nu.nl