Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • park-and-ride
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord park-and-ride park-and-rides
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de park-and-ridem

  1. (verkeer) parkeerplaats dicht bij een station, bestemd voor treinreizigers die met de auto naar het station komen, daar parkeren ("park") en hun reis met het openbaar vervoer voortzetten ("ride"), of een vergelijkbare parkeerplaats bij een knooppunt voor andere vormen van openbaar vervoer
     Vanwege de coronacrisis wilde de gemeente geen extra bezoekers naar Eindhoven trekken en werd besloten de park-and-ride in de Genneper Parken daarom dicht te houden.[1]
Synoniemen
Schrijfwijzen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Parkeergarage bij Eindhovense Genneper Parken dinsdag open voor iedereen” (31 mei 2021) op nu.nl