- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenwerpsel: excuseer!’ voor het eerst aangetroffen in 1840 [1]
- Leenwoord uit het Frans, afgeleid van het werkwoord pardonner.[2]
- neemt u mij niet kwalijk.
- Pardon, mag ik u iets vragen?
het pardon o
- o iets kwijt schelden.
- De minister wilde geen pardon geven voor de overtreders.
- o / m (religie) bedevaartsprocessie in Bretagne, gehouden ter herdenking van de plaatselijke heiligen
- De ‘Pardon de Ste-Anne d’Auray’ is de grootste pardon van Bretagne.[3].
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |