• pa·ra·troe·per
enkelvoud meervoud
naamwoord paratroeper paratroepers
verkleinwoord - -

de paratroeperm

  1. (militair) militair die behoort tot de paratroepen
71 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be