papyrus
- pa·py·rus
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘papierplant’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | papyrus | papyri papyrussen |
verkleinwoord |
de papyrus m
- (plantkunde) Cyperus papyrus een cypergras uit tropisch en subtropisch Afrika
- een oude vorm van papier uit [1] vervaardigd, die men 5000 jaar geleden al in Egypte gebruikte
- Papyrus wordt als volgt gemaakt: een aantal lagen, in lange repen gesneden, papyrusstengels werden als een weefwerk op elkaar gelegd, en terwijl ze nog nat zijn samengedrukt. Het kleverige plantensap fungeerde als bindmiddel.
- Het woord papyrus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "papyrus" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "papyrus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ papyrus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be