Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·pier·wa·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord papierwaar papierwaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de papierwarenmv

  1. artikelen die van papier zijn gemaakt of die bij het gebruik van papier van pas komen
    • Een enkele maal raakte hij eens een kinderboek kwijt, maar voor het overige bestond zijn omzet uit wat schrijfbehoeften en papierwaren. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen