panvis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pan·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | panvis | panvissen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de panvis m
- (kookkunst) een visgerecht waarbij de vis en de andere ingrediënten in één plan worden gekookt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord panvis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "panvis" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be