paletot
- pa·le·tot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paletot | paletots |
verkleinwoord | - | - |
de paletot v
- (kleding) korte, ruim vallende mantel of overjas
- De iets gebogen rug in de kale paletot beweegt zich langzaam weg van de hotelingang. (…) De donkergrijze, kale, maar vooral steedse winterjas beledigt het oog tussen de fantastische sweaters en skitoiletten. [3]
- Het woord 'paletot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paletot" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ paletot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Philips, M."Men kan niet leven zonder hart" in: De Nieuwe Stem. jrg. 6 (1951) Em. Querido's Uitgeversmaatschappij, Amsterdam; p. 111; geraadpleegd 2018-12-14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
paletot | paletots |
paletot
- van Middelengels paltok
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
paletot | le paletot | paletots | les paletots |
paletot m