pakketboot
- Geluid: pakketboot (hulp, bestand)
- pak·ket·boot
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘veerboot’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
- samenstelling van pakket zn en boot [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakketboot | pakketboten |
verkleinwoord | pakketbootje | pakketbootjes |
- (geschiedenis) (scheepvaart) een passagiersschip dat een regelmatige lijndienst onderhoudt tussen plaatsen van verschillende continenten tot vervoer van personen, post en goederen
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord pakketboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "pakketboot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pakketboot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).