pakkend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pak·kend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pakkend | pakkender | pakkendst |
verbogen | pakkende | pakkendere | pakkendste |
partitief | pakkends | pakkenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pakkend
- interessant, boeiend, dat wat je belangstelling trekt
- De leraar wist een pakkend verhaal te vertellen over de slag bij Nieuwpoort.
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | pakken |
verbogen vorm: | pakkende |
pakkend
Gangbaarheid
- Het woord pakkend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.