paintball
- paint·ball
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paintball | - |
verkleinwoord | - | - |
het paintball o
- (sport) tijdverdrijf waarbij je elkaar besluipt en beschiet met bolletjes verf
vervoeging van |
---|
paintballen |
paintball
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paintballen
- Ik paintball.
- gebiedende wijs van paintballen
- Paintball!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paintballen
- Paintball je?
- Het woord paintball staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paintball" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be