Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • paard-en-wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paard-en-wagen paard-en-wagens
verkleinwoord paard-en-wagentje paard-en-wagentjes

Zelfstandig naamwoord

de paard-en-wagenv / m

  1. (verkeer) een door een of meerdere paarden voortbewogen wagen
    • Een paard-en-wagen behoorde in Nederland vroeger tot het "langzame verkeer", maar sinds 2001 is dat begrip uit de verkeerswetgeving verdwenen. 

Gangbaarheid