• IPA: /pr̝̊ɪlɔʒɪt/
  • při·lo·žit
  • Afgeleid van het werkwoord ložit met het voorvoegsel při-

přiložit perfectief  

  1. (informatica) bijvoegen
  2. dichterbij brengen
    «Přiložil ucho ke kolejnici a naslouchal, jestli už se blíží vlak.»
    Hij bracht zijn oor dichterbij het spoor en luisterde of er een trein aankwam.
  3. opleggen, instoppen; met betrekking tot brandstof op een vuur
    «Přiložím ještě do kamen, ať se ohřejeme.»
    Ik stop nog wat in de kachel, zodat we ons kunnen opwarmen.
  1. přikládat imperfectief
  2. přibližovat imperfectief / přiblížit perfectief, přikládat imperfectief
  3. přikládat imperfectief