oververtegenwoordigd

  • over·ver·te·gen·woor·digd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen oververtegenwoordigd oververtegenwoordigder oververtegenwoordigdst
verbogen oververtegenwoordigde oververtegenwoordigdere oververtegenwoordigdste
partitief oververtegenwoordigds oververtegenwoordigders -

oververtegenwoordigd

  1. dat een bepaalde groep van de bevolking vaker een bepaald kenmerk heeft dan leden van de rest van de bevolking
    • Ze namen de statistieken erbij: hoe vaak pleegden jonge mannen tussen 12 en 25 jaar een misdaad tussen 2012 en 2014, een ruime periode rond de release van Grand Theft Auto V in 2013? Ze keken naar mannen, inderdaad, omdat die nu eenmaal oververtegenwoordigd zijn in de statistieken van justitie, maar evenzeer in het publiek dat GTAV bereikt. Vaststelling: op de dag van de release en in de weken erna werd iets minder jeugdcriminaliteit opgetekend. [1] 
    • ,,Turken en Marokkanen zijn oververtegenwoordigd op de route via het mbo. Door taalachterstanden kwamen ze niet op de havo, maar het vmbo terecht”, zegt Maurice Crul, hoogleraar diversiteit en onderwijs aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de VU in Amsterdam. ,,Op het hbo struikelen ze over Nederlands, Engels en wiskunde.” [2] 
  1. de Standaard 02/09/2017 door Sarah Vankersschaever, Nikolas Vanhecke
  2. Tubantia Bettine Winters 22-04-2017