• over·ne·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overnemen
nam over
overgenomen
klasse 4 volledig

overnemen

  1. overgankelijk uit die van een ander in eigen handen verkrijgen
    • Na een verrassende verkiezingsoverwinning nam de oppositie de regering van het land over van de zittende regering. 
     In 1989 nam Henriroux de zaak over. 'We zijn trots op onze geschiedenis, maar proberen altijd vooruit te denken', zegt hij. Henriroux opende een hotel en een tweede restaurant waar je goed kunt eten tegen redelijke prijzen.[1]
  2. het bezit of de leiding van iets afpakken van iets of iemand anders
     Binnen de kortste tijd hadden we de stille kroeg volledig overgenomen.[2]
  3. een raad of advies opvolgen
     De meeste Belgen van boven de achttien jaar kregen de afgelopen herfst of winter al een eerste boosterprik. De bescherming tegen COVID-19 van die prik loopt af. Bovendien doet weer een nieuwe variant van het coronavirus, BA.5, de ronde in België. Daarom is een nieuwe oppepper nodig, vindt de Hoge Gezondheidsraad. De ministers nemen dat advies nu over.[3]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1.   Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Weblink bron “Alle volwassen Belgen kunnen na de zomer tweede boosterprik krijgen” (06 juli 2022), NU.nl
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be