overnachtingsplek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·nach·tings·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overnachtingsplek overnachtingsplekken
verkleinwoord overnachtingsplekje overnachtingsplekjes

Zelfstandig naamwoord

de overnachtingsplekv / m

  1. plaats waar men de nacht kan doorbrengen
     Een week lang reed ik van de ene overnachtingsplek naar de andere.[1]
     Drie dagen aan je lot overgelaten worden, zonder overnachtingsplek of eten. Mag een luchtvaartmaatschappij dit doen? Het antwoord in dit specifieke geval: ja.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Henning Mankell (vert.Clementine Luijten en Jasper Popma)
    “Zweedse laarzen” (2015), De Geus (uitgeverij), ISBN 9789044535723
  2.   Weblink bron “Vast in Suriname door kapot vliegtuig met minimale compensatie: mag dat?” (02-08-2017), NOS