overheidsboodschap
- over·heids·bood·schap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | overheidsboodschap | overheidsboodschappen |
verkleinwoord |
de overheidsboodschap v
- (communicatie) een mededeling of advies van de overheid
- ▸ Emeritus hoogleraar publieke opinie Henri Beunders begrijpt die verwarring wel. "De overheidsboodschap waarin gezegd werd dat we er geen reden tot paniek was, dat het normale leven niet hoefde te buigen, is van nog relatief kort geleden. Daarna is er geen duidelijke ommezwaai geweest. Mensen mogen nog steeds naar buiten."[1]
- Het woord 'overheidsboodschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Wim Kopinga“Waarom afstand houden en binnenblijven ondanks waarschuwingen zo lastig is” (Maandag 23 maart 2020, 14:29), NOS