overdrachtskosten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·drachts·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overdrachtskosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de overdrachtskostenmv

  1. uitgaven die men doet bij de overdracht van een hoeveelheid geld of goederen
     "Je moet pas kopen als je het idee hebt dat je in dat huis minstens vijf, maar het liefst tien jaar of langer, wil blijven wonen", zegt Peter Boelhouwer. "Want anders zijn de kosten die je maakt voor kopen relatief hoog." Je bent in eerste instantie namelijk veel geld kwijt, bijvoorbeeld aan de makelaar, het afsluiten van je hypotheek en de overdrachtskosten.[2]
     Het huis van vier verdiepingen heeft een oppervlakte 140 vierkante meter. De winnaar krijgt het huis nu zonder overdrachtskosten of andere kosten. Die horen bij de gewonnen prijs.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Kopen of huren: wat is nou verstandig?” (Woensdag 14 juni 2017, 12:25), NOS
  3.   Weblink bron “Verloten onverkoopbaar huis Spanje blijkt gouden greep” (Maandag 30 maart 2015, 15:43), NOS