ours

Engels

Uitspraak

• Geluid:  ours    (hulp, bestand)

	enkelvoud		meervoud
	bijvoeglijk	zelfstandig	bijvoeglijk	zelfstandig
1e persoon	my	mine	our	ours
2e persoon (archaïsch)	thy	thine	-	-
2e persoon	your	yours	your	yours
3e persoon (mannelijk)	his	his	their	theirs
3e persoon (vrouwelijk)	her	hers
3e persoon (onzijdig)	its	its

Bezittelijk voornaamwoord

ours

1. de/het onze, van ons

Frans

Uitspraak

•  ours    (hulp, bestand)
• IPA: /uʁs/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
ours	l'ours	ours	les ours

Zelfstandig naamwoord

ours m

1. (roofdieren) beer, groot viervoetig zoogdier uit de familie Ursidae