oud-kanselier
- oud-kan·se·lier
- samenstelling van oud bn "voormalig" en kanselier zn , volgens spellingregel 6.I geschreven met een koppelteken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oud-kanselier | oud-kanseliers oud-kanselieren |
verkleinwoord |
de oud-kanselier m
- voormalig kanselier
- Het woord oud-kanselier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.