osteon
- Geluid: osteon (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔsteˌjɔn / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɔsteˌɔn/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɔsteˌɔn/
- os·te·on
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | osteon | osteonen |
verkleinwoord | osteontje | osteontjes |
het osteon o
- (biologie) een microscopische structuur van concentrische lagen gemineraliseerde collageenmatrix rond een kanaaltje met bloedvaten en zenuwvezels
- Botten zijn opgebouwd uit vele osteonen.
1. een microscopische structuur van concentrische lagen gemineraliseerde collageenmatrix rond een kanaaltje met bloedvaten en zenuwvezels
- Het woord 'osteon' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.