ordinantie
- Geluid: ordinantie (hulp, bestand)
- or·di·nan·tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ordinantie | ordinantiën ordinanties |
verkleinwoord |
de ordinantie v
- een bevel dat van hogerhand gegeven is
- ▸ Naast oude boeken zijn er ook pamfletten, jaarrekeningen en ordinanties gevonden. Van Amselgeest: ,,We hebben ook 18de eeuwse bepalingen voor het gooien van vuurwerk gevonden en een ordinantie tegen het spelen van viool in een herberg.”[3]
- ▸ Als hij Efeze 5 zo leest, staat ds. Van Campen kritisch tegenover de passage waarin het klassieke huwelijksformulier de onderdanigheid van de vrouw als „ordinantie Gods” noemt. „Is dat Gods bedoeling geweest?”[4]
- Het woord ordinantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ordinantie" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ ordinantie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Hanneke Keultjes“Zeer kostbare eerste druk 'Wealth of Nations' gevonden in Tweede Kamer” (31-05-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Ds. Van Campen: De man is als hoofd ook hoofdverantwoordelijk” (22-11-2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be