• op·war·ming
enkelvoud meervoud
naamwoord opwarming -
verkleinwoord - -

de opwarmingv

  1. het doen stijgen van de temperatuur
    • Bij opwarming ontleedt deze chemische verbinding. 
  2. het proces van temperatuursverhoging
    • De opwarming gedurende de dag was voldoende om de sneeuw te doen smelten. 
    • De Noorse minister van Klimaat en Natuur, Ola Elvestuen, zegt dat ook tegen het instituut. De opwarming in het noorden gaat erg snel. We moeten onze uitstoot en de opwarming van de aarde snel verminderen om te voorkomen dat het zee-ijs in de zomers helemaal verdwijnt. [1] 
     Klimaatverandering veroorzaakt een algehele temperatuurstijging over de hele wereld. Door de opwarming van het klimaat wordt de lucht warmer. Warme lucht kan meer waterdamp bevatten, zo'n 7 procent meer per graad. Als er meer waterdamp is in de atmosfeer, kunnen er meer extreme weersituaties ontstaan, zoals hagelbuien, wateroverlast door extreme regenval en meer onweer.[2]
  • [2] Opwarming van de aarde.
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tubantia Kees Graafland 02-07-19 Poolvos doet het onmogelijke: loopt in recordtijd van Noorwegen naar Canada
  2.   Weblink bron “Dit is waarom het vaker onweert als het warmer wordt” (Vrijdag 24 juni 2022), NU.nl
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be