Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vang·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opvangnet opvangnetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het opvangneto

  1. iets of iemand die in tijden van nood de schade beperkt
    • Osama bin Laden zou een militante groep die onderdeel uitmaakt van de Pakistaanse geheime dienst mogelijk hebben gebruikt als opvangnet in Pakistan, volgens Amerikaanse regeringsbeambten die hierover een briefing ontvingen. De koerier van Osama bin Laden had contacten uit deze groep in zijn gsm staan, meldt de New York Times vandaag. [1] 
    • De gemeente Winterswijk verruimt het opvangnet voor de coöperatie. Het college van B en W stelt de gemeenteraad voor om een deel van het financieel risico over te nemen, waardoor de aanleg kan beginnen. [2] 
    • Het nieuwe fonds, genaamd Atlante, wordt gesteund door verschillende instellingen, waaronder de overheid en banken en verzekeraars. Het fonds zal optreden als laatste opvangnet voor banken die moeite hebben om vers kapitaal aan te trekken of worstelen met slechte leningen. Het fonds wordt bestuurd door een private partij. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen