optiehandel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  optiehandel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• op·tie·han·del

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  optie zn  en  handel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	optiehandel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de optiehandel m

1. het handelen in de rechten om aandelen te mogen kopen of verkopen op een bepaald tijdstip tegen een bepaalde prijs

   ▸ Er is geen sprake van paniek, maar de handel is druk en nerveus. De VIX, de nervositeitsmeter die de bewegelijkheid meet in de Amerikaanse optiehandel, steeg met 22 procent en staat bijna op koortshoogte.

   ▸ De handel op de technologiebeurs Nasdaq heeft donderdag meerdere uren stil gelegen door een computerstoring. Na zowat tweeënhalf uur handel kwam het tot een totale stilstand, ook in de optiehandel liep niets meer. Pas een half uur voor beurssluiting kon de tweede grootste aandelenbeurs in de VS eindelijk hervatten.

Gangbaarheid

• Het woord optiehandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.