Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·rot·zes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oprotzes oprotzessen
verkleinwoord oprotzesje oprotzesjes

Zelfstandig naamwoord

de oprotzesv / m

  1. voldoende die men geeft aan een universiteit of hogeschool voor een studieprestatie die eigenlijk niet voldoet aan de standaarden; een onverdiende voldoende
Synoniemen

Gangbaarheid