oprolbaar
- op·rol·baar
- Naamwoord van handeling van oprollen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oprolbaar | oprolbaarder | oprolbaarst |
verbogen | oprolbare | oprolbaardere | oprolbaarste |
partitief | oprolbaars | oprolbaarders | - |
oprolbaar
- iets vlaks wat tot een cilindervorm kan worden veranderd of een draad die tot een cirkel kan worden veranderd
- Onderzoekers van Philips Research in Eindhoven hebben een oprolbaar beeldscherm gemaakt waarvan alle onderdelen zijn opgebouwd uit organisch materiaal. Het beeldscherm heeft 64 rijen van elk 64 beeldpunten, die afzonderlijk met behulp van plastic transistoren kunnen worden geschakeld tussen wit en zwart. [1]
- Het woord oprolbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oprolbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Rob van den Berg NRC 31 januari 2004
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be