opmaking
- op·ma·king
- naamwoord van handeling van opmaken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opmaking | opmakingen |
verkleinwoord |
de opmaking v
- het samenstellen van een rekening of acte
- het vormgeven van een drukwerk
- Het woord 'opmaking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opmaking" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be