Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·leg·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opleghout -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het opleghouto

  1. dunne plaatjes van fijn hout die met lijm op meubels van eenvoudig hout wordt bevestigd
    • Daarna bevestigden we het opleghout. 
Synoniemen

Gangbaarheid