Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·laad·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen oplaadbaar oplaadbaarder oplaadbaarst
verbogen oplaadbare oplaadbaardere oplaadbaarste
partitief oplaadbaars oplaadbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

oplaadbaar

  1. weer opnieuw te laden met stroom
    • Een oplaadbare batterij is goedkoper en milieuvriendelijker dan een gewone batterij. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be