opklapbaar
- Geluid: opklapbaar (hulp, bestand)
- op·klap·baar
- Naamwoord van handeling van opklappen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opklapbaar | opklapbaarder | opklapbaarst |
verbogen | opklapbare | opklapbaardere | opklapbaarste |
partitief | opklapbaars | opklapbaarders | - |
opklapbaar
- naar boven te scharnieren
- En hij laat trots de foto’s zien van zijn recordpoging om het Britse kanaal over te steken in een sportwagen waarvan de wielen opklapbaar zijn. „We gingen vier keer zo snel als het oude wereldrecord. Het was compleet gestoord. Echt, ik voelde me net James Bond.” [1]
- Het woord opklapbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Sandra Smallenburg NRC 31 juli 2014