• op·klap·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opklapbaar opklapbaarder opklapbaarst
verbogen opklapbare opklapbaardere opklapbaarste
partitief opklapbaars opklapbaarders -

opklapbaar

  1. naar boven te scharnieren
    • En hij laat trots de foto’s zien van zijn recordpoging om het Britse kanaal over te steken in een sportwagen waarvan de wielen opklapbaar zijn. „We gingen vier keer zo snel als het oude wereldrecord. Het was compleet gestoord. Echt, ik voelde me net James Bond.” [1] 
  1. Sandra Smallenburg NRC 31 juli 2014