Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opi·nie·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opiniemaker opiniemakers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

opiniemaker m

  1. iemand die de maatschappelijke meningsvorming beïnvloedt, vooral via de massamedia
    • De opiniemaker, ondernemer en CDA’er raakte in opspraak omdat hij miljoenen bleek te hebben verdiend met de handel van Chinese mondkapjes aan de overheid. [1] 
    • Van Lienden stond bekend om zijn Twitterbombardementen en optredens in programma’s als De Wereld Draait Door. In Den Haag sidderde men voor de jonge opiniemaker. In ruil voor een deal van 100 miljoen euro moest hij beloven om zijn toon over beleid te matigen in het publieke debat. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen