ophitsen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·hit·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op bw en hitsen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ophitsen |
hitste op |
opgehitst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ophitsen
- overgankelijk kwaad en opgewonden maken
- Het publiek werd opgehitst door de fanatieke redevoering.
Vertalingen
1. kwaad en opgewonden maken
Gangbaarheid
- Het woord ophitsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ophitsen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be