opgemaakt
- op·ge·maakt
- In de betekenis van ‘met make-up getooid’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- vervoeging van opmaken: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van op bw en gemaakt ww [2]
vervoeging van: | opmaken… |
verbogen vorm: | opgemaakte |
opgemaakt
- voltooid deelwoord van opmaken
- ▸ Wanneer hij in zijn zolderkamer zat om de bouwtekeningen opnieuw door te nemen of wanneer een paal schuin was komen te zitten en moest worden aangepast, kon hij af en toe een pauze nemen, boven op het opgemaakte bed liggen en luisteren alsof het muziek van Beethoven of Brahms was.[3]
- Het woord opgemaakt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opgemaakt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "opgemaakt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ opgemaakt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be