• op·ge·maak·te

opgemaakte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van opgemaakt
     Wanneer hij in zijn zolderkamer zat om de bouwtekeningen opnieuw door te nemen of wanneer een paal schuin was komen te zitten en moest worden aangepast, kon hij af en toe een pauze nemen, boven op het opgemaakte bed liggen en luisteren alsof het muziek van Beethoven of Brahms was.[1]
vervoeging van: opmaken…
verbogen vorm: opgemaaktee

opgemaakte

  1. verbogen vorm van opgemaakt, voltooid deelwoord van opmaken
  2. attributief gebruikt
     De strak opgemaakte kamer wist ik in no time te transformeren tot een stinkende rotzooi.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers