• op·een·ge·klemd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen opeengeklemd opeengeklemdst
verbogen opeengeklemde
partitief opeengeklemds - -

opeengeklemd

  1. met veel kracht op elkaar gedrukt
     Het hoekige voorhoofd met de gefronste wenkbrauwen past niet bij het slappe vel van zijn wangen. Zijn dunne, samengeperste lippen verraden dat hij poseert met opeengeklemde tanden.[1]
     Lloyds blijft met opeengeklemde lippen, maar volgens de huidige plannen zouden de Britse fondsen beheerd worden vanuit Schotland, terwijl Fortis de Europese beleggingen zou beheren.[2]
vervoeging van: opeenklemmen…
verbogen vorm: opeengeklemde

opeengeklemd

  1. voltooid deelwoord van opeenklemmen
  1.   Weblink bron “Stoofpot-erotiek” (22/04/2011), HP de Tijd
  2.   Weblink bron “Fortis en Lloyds TSB willen vermogensbeheer fusioneren” (11/11/2005), De Standaard