• op·druk·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord opdrukker opdrukkers
verkleinwoord opdrukkertje opdrukkertjes

de opdrukkerm

  1. (scheepvaart) klein duw- en sleepbootje
  2. iemand die zich bij de gymnastiek opdrukt
  3. iemand die ergens iets opdrukt (bedrukt)