opblaasbad
  • op·blaas·bad
enkelvoud meervoud
naamwoord opblaasbad opblaasbaden
verkleinwoord opblaasbadje opblaasbadjes

het opblaasbado

  1. een klein zwembadje waarvan men de randen gevormd worden door met lucht gevulde kamers; tijdelijk zwembad voor particulier gebruik
     Maar waar mag je komende week dan wel zwemmen? Bijvoorbeeld in je eigen achtertuin, in een opblaasbad. Op social media delen veel mensen foto’s van het opzetten van hun zwembad.[1]
     Ik had het grootste deel van wat ik met De verstekeling had verdiend, gebruikt voor een aanbetaling op een flat hier en zette die vol met rare dingen waar je in het dagelijks leven niets aan hebt: een suikerspinmachine, een opblaasbad, zo'n groot toetsenbord waar je op moet dansen.[2]
  1.   Weblink bron
    Elisa Heisen
    “Het wordt zweten: hier moet je tijdens de hitte op letten” (23-06-2020), Tubantia
  2. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647