Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oos·ter·zon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oosterzon
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oosterzonv

  1. de zon zoals zij 's-morgens in het oosten opgaat
Synoniemen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen