oorziekte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  oorziekte    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• oor·ziek·te

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  oor zn  en  ziekte zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	oorziekte	oorziektes oorziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de oorziekte v

1. een aandoening van het oor

   • Caroline vertrekt met een groep medici van de vzw See and Smile. Ze is verpleegster in het AZ Groeninge in Kortrijk waar ze werkt op de dienst oogchirurgie en de afdeling neus-, keel- en oorziekten.  
   • Zeldzamere oorzaken van misselijkheid zijn ontstekingen van de maag of de darm, oorziekten, lever- en nierziekten, stofwisselingsziekten, suikerziekte, hormonale ziekten, verhoogde hersendruk, en intoxicaties met (genees)middelen.  
   • Peking heeft daarom aangekondigd dat er fiscale maatregelen genomen zullen worden om boeren te stimuleren meer varkens te produceren. Ook de strategische voorraad van enkele honderdduizenden varkens zal worden ingezet om de tekorten als gevolg van overstromingen, droogte en de blauwe oorziekte op te vullen.  

Synoniemen

• ooraandoening

Gangbaarheid

• Het woord oorziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oorziekte" herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
95 %	van de Vlamingen.