oorlogspropaganda

1. Zuil met oorlogspropaganda uit de Tweede Wereldoorlog.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·pro·pa·gan·da
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogspropaganda -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oorlogspropagandav / m

  1. uitingen om stelselmatig steun te werven voor het beginnen en voortzetten van gewapende strijd tussen landen

Gangbaarheid

Verwijzingen