Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·ge·ne·ra·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsgeneratie oorlogsgeneraties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de oorlogsgeneratiev

  1. generatie die een oorlog heeft meegemaakt in het bijzonder:
  2. generatie die geboren is tussen 1920 en 1935 en die bewust de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt (ook wel ruimer voor de generatie die geboren is tussen ca. 1920 en het einde van de Tweede Wereldoorlog)

Gangbaarheid