oorlogsdag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oorlogsdag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oor·logs·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogsdag | oorlogsdagen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de oorlogsdag m
- een dag in een oorlog
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord oorlogsdag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.