oogmeting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oog·me·ting
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oog en meting
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogmeting | oogmetingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oogmeting v
- het meten van de benodigde brilsterkte
- Een jonge vrouw ging mij voor naar een kamer die nog leger was dan de winkel. Tijdens de oogmeting wierp ze mij telkens een opbeurende yes toe, of ik de kleine letters nu kon lezen of niet. Yes… yes… De constatering dat mijn ogen opnieuw achteruit waren gegaan kreeg zo echt een positieve dimensie.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord oogmeting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "oogmeting" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Auke Kok 18 december 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be