• on·ver·vang·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onvervangbaar onvervangbaarder onvervangbaarst
verbogen onvervangbare onvervangbaardere onvervangbaarste
partitief onvervangbaars onvervangbaarders -

onvervangbaar

  1. duidt de onmogelijkheid aan de plaats van iets door iets anders in te laten nemen
    • Dit museum hangt vol met onvervangbare werken. 
     In een persconferentie liet Johnson weten dat de zoektocht naar zijn opvolger volgende week begint. "In de politiek is niemand ook maar enigszins onvervangbaar. Ons geweldige systeem zal een andere leider produceren", aldus Johnson. Hij beloofde dat hij die nieuwe leider "alle steun zal geven die ik kan geven".[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be