onverkoopbaar
- on·ver·koop·baar
- afleiding van verkoopbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onverkoopbaar | onverkoopbaarder | onverkoopbaarst |
verbogen | onverkoopbare | onverkoopbaardere | onverkoopbaarste |
partitief | onverkoopbaars | onverkoopbaarders | - |
onverkoopbaar
- niet mogelijk om te verkopen
- De gestolen schilderijen zijn zo bekend dat ze onverkoopbaar zijn.
- Het woord onverkoopbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.