onveiligheidsgevoel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·vei·lig·heids·ge·voel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onveiligheidsgevoel onveiligheidsgevoelens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het onveiligheidsgevoelo

  1. verwachting dat men door misdaad of ander onheil kan worden getroffen

Gangbaarheid