• ont·zui·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord ontzuiling ontzuilingen
verkleinwoord ontzuilinkje ontzuilinkjes

de ontzuilingv

  1. het wegvallen van naast elkaar bestaande structuren in een samenleving die duidelijk getekend zijn door verschillende levensbeschouwelijke groepen binnen die samenleving
93 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]