ontzuilen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·zui·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontzuilen |
ontzuilde |
ontzuild |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ontzuilen [1]
- ergatief de opsplitsing in allerlei kerkelijk-politieke belangengroepen kwijtraken
- overgankelijk de verzuiling opheffen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord ontzuilen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontzuilen" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be