ontschepen
- Geluid: ontschepen (hulp, bestand)
- ont·sche·pen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontschepen |
ontscheepte |
ontscheept |
zwak -t | volledig |
ontschepen [2]
- onovergankelijk aan land gaan (van personen)
- overgankelijk uit het schip laten, aan wal brengen (van goederen of personen)
1.
- Het woord ontschepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontschepen" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ ontschepen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be