onsterfelijkheid
- on·ster·fe·lijk·heid
- Afgeleid van onsterfelijk met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onsterfelijkheid | - |
verkleinwoord | - | - |
de onsterfelijkheid v
- de eigenschap niet te zullen sterven
1. de eigenschap niet te zullen sterven
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord onsterfelijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.